LS,
Gisterochtend heeft F. Starik postuum een door hemzelf in het leven geroepen prijs in ontvangst genomen. Dat klinkt vreemd en riekt naar nepotisme, toch is het dat niet; lees maar:
In 2015 werd op Franks initiatief de eerste Ger Fritz Prijs uitgereikt, voor het mooiste eenzame uitvaart-gedicht van dat jaar. De Antwerpse dichter Peter Theunynck won hem, met een gedicht dat ‘Hunkeren’ heet.
De prijs moest er niet alleen komen om het gedicht te eren, maar ook de naamgever: Ger Fritz, die in 2002 in zijn hoedanigheid van ambtenaar van het Bureau Uitvaarten van Gemeentewege meteen ja had gezegd toen Frank voorstelde om de uitvaart van eenzaam gestorvenen met poëzie op te luisteren.
Meneer Fritz, zoals Frank hem noemde, was in 2014 met pensioen gegaan, na bijna veertig jaar namens de gemeente Amsterdam op uitermate respectvolle wijze met vergeten doden in de weer te zijn geweest. Door hem eenmansjurylid te maken van een naar hemzelf vernoemde prijs, liefst uit te reiken omstreeks Allerzielen, zou hij bij het zo veelvuldig geprezen initiatief betrokken kunnen blijven.
Ger Fritz bleek een groot poëzieliefhebber, met goede smaak bovendien: in 2016 onderscheidde hij een vers van Menno Wigman (‘Gestript gedicht’, te lezen in Wigmans onlangs verschenen bundel met eenzame uitvaart-gedichten Ik weet niet goed tot wie ik spreek) en vorig jaar Eva Gerlach, met het vers ‘Bruya’.
Als dichter nam Frank zelf ook wel eens deel aan de Poule des Doods, dus kon het gebeuren dat Ger Fritz een vers van zijn hand aantrof in de longlist. Frank had meteen duidelijk gemaakt dat hijzelf niet nominabel was; dat zou niet kunnen en bovendien belachelijk zijn.
Op 14 maart van dit jaar was Frank voor het laatst dichter van dienst, bij eenzame uitvaart #227. Hij schreef een indrukwekkend gedicht, ‘Klein leven’, en een minstens zo indrukwekkend verslag. Twee dagen na publicatie van vers en verslag is Frank zelf overleden.
Gisterochtend kwam bij zijn graf op begraafplaats St. Barbara een select gezelschap bijeen. Ger Fritz trad naar voren en zei dat Frank alsnog had gekregen wat hij eigenlijk niet wilde: de Ger Fritz Prijs 2018.
In de eerste plaats, aldus de eenmansjury, omdat ‘Klein leven’ simpelweg het beste eenzame uitvaart-gedicht van het afgelopen jaar was. Maar ook om Frank te eren ‘voor al het werk dat hij heeft verzet namens de stichting Eenzame Uitvaart’ alsmede ‘om het betoonde respect voor de overledenen’.
De eenmasjury liep vervolgens naar het graf en plaatste daar de onderscheiding, die uit een door Ellen Heijmerikx vervaardigd rouwboeket bestaat en op Franks rustplaats dus bijzonder goed tot zijn recht kwam, ook omdat de geraniums, de hele zomer felrood van kleur, waren uitgebloeid.
Hieronder het gedicht, dat ik in bijzijn van Vrouwkje Tuinman, zoon Boris, de stichtingsmedewerkers en twee vaste uitvaartmedewerkers aan het graf heb voorgelezen. Foto’s van de kranslegging door Ger Fritz en het boeket werden gemaakt door Bianca Sistermans.
Joris van Casteren.
KLEIN LEVEN
Wat als je rijk bent
en het kan je niks schelen.
Wat als je rijk bent
en gewoon in het buurtje blijft wonen
waar niemand weet
wat er bij jou te halen zou wezen.
Klein leven.
Iemand met een bivakmuts,
gerinkel van glas, paniek:
het is je jaar na jaar bespaard gebleven
in dat eenvoudige benedenhuis
terwijl je overal had kunnen leven.
Geen overdreven sjieke dingen eten,
geen jacht, geen villa met een hek
om de mogelijkheden die mogelijkheden zijn gebleven,
gewoon, klein leven.
Niet ten volle, maar tot het magere einde toe.
Geluk is een afwezigheid, een gebrek
aan een gebrek, de zekerheid van het genoeg.
En tenslotte: niemand om het weg te geven.
Dat kleine, stille leven moe.
F. Starik