Eenzame uitvaart #9, gedicht

I.M. O. A. U.

Dinsdag 24 juni 2003, 09:30 uur, begraafplaats St. Barbara

Dichter van dienst: Simon Vinkenoog

 

I.M. O.A.U., geboren 28 maart 1979

te Londen, in zijn paspoort reizen naar Lagos, Togo,

Trinidad, Brits Guyana, overleden 5 juni 2003 in Amsterdam

O Mama Coca, godin van de Andes,

brenger van energie op de hoogvlakten van geluk,

in het voetspoor van de heilwegen der wereld,

in de neus van Sigmund Freud,

in het spoor van de vernieling,

in de zakken van bankrekeningen en hebzuchtigen,

o zucht naar vrede, vrijheid en verlossing!

 

O Unibondo,

kanonnenvlees in de War on Drugs,

slachtoffer in de strijd tussen hebben en zijn,

in welke staart zit het venijn, in welk

slokdarmmaagdarmkanaal?

O ‘Bodypacker, een levensgevaarlijke job’

– in het Veluws Dagblad (19 juni 2003)

schreef internist Herman Hart

over het Bodypacker-syndroom

 

en over jou heen, O Unibondo,

lees ik dat via de bodyscanner op de luchthaven Curaçao

in tien maanden tijd al ruim 7000 passagiers zijn

weggestuurd op verdenking van drugssmokkel;

ook onschuldige reizigers werden

in de kraag gevat.

 

‘Dat riekt naar discriminatie. Dit is triest

maar welhaast onvermijdelijk. Maar nog veel triester

is de armoede, de sociale ongelijkheid,

de grote verschillen tussen

arm en rijk, de werkeloosheid,

waardoor mensen verleid worden

via deze levensgevaarlijke weg

zich van een inkomen te voorzien.

Zolang fabelachtige winsten kunnen worden opgestreken

bij geslaagde cocaïnetransporten zullen er harddrugskoeriers

blijven.

Bolletjesslikkers – aldus nog steeds de Amersfoortse internist –

bezorgen Nederland overlast, overbelasting

van politie en justitie en een cellentekort.

En vooral ergernis en verontwaardiging. Het

is echter redelijker en verstandiger onze boosheid te richten

op de big boys, de dealers die rijk worden

over de ruggen van de bodypackers.

 

Overigens, de Hollandse verontwaardiging heeft ook

een zweem van schijnheiligheid. Als er in Nederland

en de omliggende landen niet zoveel druggebruikers waren,

was het body-packerssyndroom nooit ontstaan!’

 

O Mama Coca, O Santa Barbara,

ontferm U over O. A. U.,

heet hem welkom in de oorden van rust, vrede en stilte

waar wij geen weet van hebben – zolang wij nog levende

mensen op zoek naar roes zijn, zuchtig –

laat zijn leven niet voor niets geweest zijn.

O weerloosheid, te wapen!

Mogen de engelen U begeleiden naar het Paradijs.

 

Het verslag van deze uitvaart kunt u vinden in F. Starik, De eenzame uitvaart – Hoe dichters eenzame doden op hun laatste tocht vergezellen, uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam (2005). Dit is het eerste deel van een trilogie. Overige delen zijn: Een steek diep (2011) en Dichter van dienst (2019), verschenen bij dezelfde uitgeverij.