Eenzame uitvaart nummer 4 Den Haag
M. B.
geboren 30 oktober 1977 India – overleden 30 november 2007 Den Haag
vrijdag 7 December Oud Eik en Duinen, Den Haag, 9.30 uur
Dichter van dienst: Bart Chabot
verslag: Henk van Zuiden
Vanochtend vroeg opgestaan. Het is druilerig weer. Daarom eerst mijn daagse kleren aangetrokken om een stuk met mijn hond te gaan fietsen. Bij thuiskomst meteen naar boven gegaan en mijn nette kleding aangedaan. Dan naar Oud Eik en Duinen, dat is niet ver van mijn huis vandaan. Bij de aula staat een mevrouw, zij werkt bij de CUVO, de uitvaartverzorger van Eenzame Uitvaarten in Den Haag. Ze had geen dienst, maar wilde wel eens een Eenzame Uitvaart met een dichter meemaken. We hebben net kennis gemaakt en dan komt Bart Chabot het terrein oplopen. Hij heeft zijn ‘toespraakje’, een gedicht en muziek bij zich.
De zwarte wagen met M. B. komt er aan.
Het duurt even voordat de uitvaartbegeleidster bij me komt. Bang dat opeens de auladeur opengaat en, zoals Starik dat zo mooi zegt, het Air van Bach ons toestroomt, loop ik naar de achterkant van de aula. Verbaasde gezichten van de dragers: daar hoor ik duidelijk niet te komen. De eenvoudige houten kist staat al op zijn plek. Met aan beide zijden een brandende kaars. De uitvaartbegeleidster loopt met me mee en Bart geeft haar twee cd’s.
Via de gemeente kon ik daags ervoor Bart Chabot een telefoonnummer geven van een instelling in Rotterdam. Na een gesprek met een medewerken die M. B. had gekend (…), wist Bart iets meer over hem. Summiere informatie. Maar duidelijk wordt wel dat het een jongeman was die altijd maar weg wilde, weg weg weg. Onrust.
M. B. zou terugkeren naar India. Als asielzoeker was hij uitgeprocedeerd.
Hoeveel leuke dagen of tijden hij hier in NL heeft gekend, dat weet waarschijnlijk niemand. Naast de slepende asielprocedure is hij opgenomen geweest in een kliniek, daarna moest hij medicijnen blijven gebruiken. Dat gebeurde niet altijd. Op de laatste novemberdag sprong hij voor een trein.
De deur van de aula gaat open. We horen Mystery train, gezongen door Little Junior Parker. Ik luister, kijk naar de kist, kijk naar de grond en naar mijn schoenen. Zie dan dat ik ’s avonds twee verschillend gekleurde sokken bij mijn kleren heb klaargelegd.
Na het eerste lied gaat Bart naar voren en houdt een kleine toespraak. Die gaat vooral over het gesprek dat hij had met de meneer in Rotterdam. Dan volgt zijn gedicht. Met de laatste klanken van We’ll meet again in onze oren, níet de overbekende versie van Vera maar dit keer door Johnny Cash, lopen we in de regen naar de rustplaats van M. B.
Station voogelensang
de duinen bleven zichzelf,
die weken eeuwenlang
geen duimbreed van hun plaats
en voor de kust staat de zee
op wacht:
een aanslag werd verijdeld;
hier kreeg de grote stad
nooit een poot aan de grondtreinen komen niet graag in voogelensang
het station is sinds lang gesloten-
maar geen steen zo dood
of er kiert een restje leven in:
nu en dan, op een late zomeravond,
weekt een schim zich los van het stationsgebouw
en glipt over een perron
om zich van zichzelf te ontslaan
voorbij station voogelensang
houdt een trein tandenknarsend stil:
een machinist sloeg de schrik om het hart
in de verte weet hij een gestichtde villa’s, rondom, dromen een grijze droom
hopen dat de wereld wordt zoals-ie ooit was-
een buitenverblijf houdt zich groot,
maar wordt verraden door zijn levende have:
lodderig staart het boerderijvee uit de ogenalleen de vensters van ‘teylingerbosch’ glimmen;
het landgoed ging in zaken
over de oprijlaan davert een bolide
grint spat op als water-
een man in plusfours draagt een geweer
en sluipt door de landerijen
diep in de middag kraakt een schot:
een vos valt roerloos in het graswie goed kijkt, kan soms
een krankzinnige door de bossen zien lopen
en wie beter kijkt
ziet dat het god is, of een god,
tussen het geboomte
die dwalende is
en niet aanspreekbaar
© Bart Chabot
verslag: Henk van Zuiden