Eenzame uitvaart #37, gedicht

I.M. M. P. van K.-de W.

Maandag 28 februari 2005, 10:30 uur, Nieuwe Oosterbegraafplaats

Dichter van dienst: Judith Herzberg

 

Wij leven elk

met eigen doden

totdat wij zelf –

 

Dan komen wij

terecht

in hoofden

 

En zo maar door.

 

Maar u, Maria,

Petronella van K.,

Geboren

 

De W. komt in geen

hoofd meer voor.

U bent voorgoed

 

verloren. U

wist dat, wilde

dat misschien?

 

Wie weet. Ander-

halve maand

voor dat u zes

 

en tachtig werd

heeft u bepaald:

ik wil geen graf.

 

Meer weet ik

niet van u,

behalve dan

 

die ene groene

envelop, daar

moet ik het mee doen.

 

Die envelop was leeg.

Wanneer

heeft zo een leegte

 

ingezet? U was

ooit zes! U heeft

gehuppeld, toen.

 

U heeft gezoend.

U bent getrouwd. Dus

was u iemands vrouw.

 

Was er onmin

of zelfs haat

of was er veel

 

vergeefse liefde

zo’n grote liefde die

de grootste leegte

 

achterlaat?

 

Als u ons hier

zag staan, wat

zou u zeggen?

 

Had u gedacht:

‘ach mens, bemoei

je met je eige’

 

Omdat ik dat

vermoed ga ik

nu zwijgen.

 

Het verslag van deze uitvaart kunt u vinden in F. Starik, De eenzame uitvaart – Hoe dichters eenzame doden op hun laatste tocht vergezellen, uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam (2005). Dit is het eerste deel van een trilogie. Overige delen zijn: Een steek diep (2011) en Dichter van dienst (2019), verschenen bij dezelfde uitgeverij.