Eenzame uitvaart nummer 37, Den Haag
I.M. C. G.
Geboren 30 juli 1935, Den Haag
Overleden 6 augustus 2012, Den Haag
Oud Eik en Duinen, 13 augustus 2012 9.00 uur
Dichter van dienst: Gilles Boeuf
Voor het eerst zal ik het huis betreden van de persoon waar ik een gedicht voor mag schrijven. Een stoffig en vervuild huis naar ik begrepen heb. Gewapend met mondkapje, overschoenen en met handschoenen aan, volg ik de ambtenaar van de gemeente.
De verouderde en versleten meubels zijn overwoekerd door stof en enveloppen. Geopende en dichte enveloppen door elkaar. De ambtenaar spreekt met liefde over zijn werk en beiden beamen we dat het heel makkelijk is om op te houden met ‘organiseren’. Organiseren van de post, van het huishouden. In de keuken staan stapels lege eierdozen op het aanrecht.
C. G. mag dan een vies en ongeorganiseerd huis hebben gehad, de ambtenaar weet mij te vertellen dat hij niet ongelukkig was. Dat is hem via taxichauffeur Willem ter oren gekomen. Die werd kennelijk regelmatig gebeld voor een ritje en maakte dan een praatje.
In huis zie ik de foto van een hond op het dressoir. Een Stafford. Die is twee weken eerder overleden en bleek schurft te hebben. Er staat een reusachtige zak voer in de keuken en de riem hangt nog aan de kapstok. Op de foto kijkt de hond zo vreselijk lief. Er staat een beeldje naast, ook van een hond.
Er is geen huwelijk geweest. Wel zijn er twee achterneven die niets met de begrafenis van doen willen hebben. Voor wie is het briefje bedoeld dat op de stoel ligt? ”Ik ben zo terug. Ik heb meer dan een uur gewacht.” Kennelijk kwam er dan toch nog af en toe iemand langs.
C. G. was een sportman die heel veel rookte. Overal liggen pakjes shag en staan volle asbakken. Een vergeelder huis kan ik mij niet voorstellen en longproblemen had hij ook. Toch liet hij het er kennelijk niet bij zitten want er liggen haltersets en er staat een bank voor bodybuilders. Ook de hometrainer, weliswaar verouderd, ontbreekt niet. Helaas zijn er nergens foto’s gevonden van hem gevonden.
Natuurlijk ben ik geïntrigeerd door het leven van deze man. Het is ook ontroerend om zomaar in iemands huis rond te lopen, een beetje als voyeur. Zijn bed te zien en zijn kleding in de kast. De verstofte verzameling zwarte paraplu’s in de gang. Midden in alle stoffigheid de glimmende nieuwe televisie.
In de kamer
De man alleen staalt zijn lichaam
in het donkerIn de restruimte van de vuilnis
Gewichten tillen het lichaam naar
aanwezigheidWaar zijn hond slaapt is hetzelfde verlangen,
zucht naar aarde
Zonder verplaatsing in de kamer staanKamers waar post gestapeld mag rusten
en de bakelieten telefoon
naast het draadloze exemplaarDe bestiering is uit handen gevallen
Medicijnen, horloges, alle trofeeën
blijven bedekt in huisEr is geen vooruitgang, het bed
blijft hetzelfde bed met hetzelfde
lakenEen sigaret roken
De man alleen heeft seconden en
seconden en seconden tegenover
zijn nieuwe, platte tvIn het donker glimmen hondenogen
en ooit of nu alvastAlles wordt bedekt onder centimeters stof
Het is ditmaal eenvoudig om muziek uit te kiezen. Ik zoek in de cd verzameling en zie dat Mijnheer G. een grote liefde had voor Jazz muziek en dan vooral Big Band en Dixieland. Bovenop de verstofte stapel ligt één cd nog in cellofaan verpakt. Sundays in New York van Trijntje Oosterhuis. Ik neem aan dat hij aan die cd niet meer toegekomen is en kies het nummer The best things in life are free. In ieder geval een troostende gedachte. Op de CD hoes van Mel Tormé zie ik achterop een met balpen aangebrachte streep staan. Bij het nummer It happened in Monterey.
Voor Henk van Zuiden en voor de dragers van de kist draag ik maandagochtend mijn gedicht voor. De muziek klinkt luid. Wanneer we buiten staan is het heerlijk zomerweer. Ik denk aan het donkere, stoffige huis en aan de fitnesshalters. C. G. is een onbekende maar zijn huis zal ik zeker niet vergeten.