Vrijdag 27 december 2024, 13:30 uur
begraafplaats De Nieuwe Ooster, Amsterdam
Dichter van dienst: Joris van Casteren
Auteur verslag: Joris van Casteren
Bruine bonensoep
Meneer K. was tien jaar oud en onderweg van school naar huis toen hij in de buurt van het Hoofddorpplein door een vreemde mevrouw werd aangesproken. Ze vond dat hij er leuk uitzag met zijn sproetjes, blauwe ogen en piekerige blonde haar.
Het was het voorjaar van 1967. De vreemde mevrouw zei dat ze van Unox was en vroeg of hij beroemd wilde worden. Dan moest hij in het weekeinde naar een fotostudio komen, ze gaf hem een kaartje met het adres.
Meneer K. holde de trappen op van de moderne flat aan de Maassluisstraat – uitzicht op het nieuwe stadsdeel en de snelweg – waar hij met zijn ouders en zijn broer op de tweede verdieping woonde. De broer geloofde niets van het verhaal, totdat hij het kaartje zag.
De vader, stoffeerder van beroep, vond het maar een rare zaak. De moeder, voor de geboorte van de zoons werkzaam op een kantoor, zei dat ze hem er niet alleen naartoe zouden laten gaan.
*
Nerveus begaf hij zich dat weekeinde met zijn ouders naar het opgegeven adres. Het was behoorlijk ver, ze namen de tram. Tot zijn schrik zag hij dat hij niet de enige was die beroemd zou worden, de wachtkamer zat vol met jongens en meisjes van ongeveer dezelfde leeftijd.
Eindelijk was hij aan de beurt, als laatste. Aandachtig werd hij door een strenge regisseur bekeken. De sproeten moesten weg, een grimeuse smeerde een bruine substantie op zijn neus.
Ze deden hem een zwarte trui aan, terwijl het hartstikke warm was onder de studiolampen. De trui was van wol, het kriebelde enorm. In een kamer met rode muren moest hij aan een tafel gaan zitten.
De regisseur zei dat hij de bruine bonensoep moest doen. Dat stoorde hem enorm, hij hield niet van bruine bonensoep. Alle andere soepen zijn al vergeven, zei de regisseur.
De bruine bonensoep, opgediend in een wit bord, werd niet verwarmd, anders zou de fotolens beslaan. Hij moest een veel te grote zilveren lepel met de koude drab naar zijn mond brengen, en nog glimlachen ook.
Het lukte hem, hij dacht aan het beroemdzijn. Na afloop werden zijn ouders hartelijk bedankt, ze kregen twee blikken bruine bonensoep mee. Thuis boende moeder de troep van zijn neus.
*
In de winter van 1968 stond meneer K. met het bord koude soep en de grote zilveren lepel in de kriebelige zwarte trui afgebeeld in Libelle en Margriet. ‘Mmm… daar lust ik wel tien borden van!’ stond er onder de foto.
Zijn broer lachte hem uit. ‘Unox bruine bonensoep,’ vervolgde tekst. ‘Als die op tafel komt zijn z’n ogen groter dan z’n maag. ’t Ruikt ook zo heerlijk, ’t is ook zo fijn.’
Het kon hem niet schelen dat de broer om hem lachte. Ondanks alles was hij immers beroemd. Tegen zijn ouders zei hij dat hij vaker dit soort dingen wilde doen. Het werd hem verboden, dit zou nooit meer gebeuren. Hij wilde op toneelles, daar kon absoluut geen sprake van zijn.
*
Het is niet helemaal duidelijk wat voor opleiding meneer K. na de middelbare school volgde, maar een voormalige vriend van de broer, die wel eens in de flatwoning aan de Maassluisstraat kwam, vertelt dat het iets met handel was.
De vader wilde dat de zonen zouden gaan stofferen, een prachtig vak, maar de moeder was tegen omdat daar absoluut geen toekomst in zou zitten, zoals wel bleek uit het loon van haar echtgenoot dat ondanks prijsstijgingen nooit werd verhoogd.
Meneer K. wilde geen stoffeerder worden, maar de handel vond hij ook niet erg opwindend, aldus de vroegere vriend van de broer. Maar hij deed wat zijn moeder hem opdroeg en kwam zodoende in dienst bij een verzekeringskantoor waar hij niet erg gelukkig schijnt te zijn geweest.
Na het overlijden van de moeder in 1989 – een hartkwaal, ze was 65 – besloot meneer K. zijn leven een andere wending te geven. Tot verwondering en ook wel ergernis van de vader en de broer, die ook bij een verzekeraar terecht was gekomen, zegde hij de kantoorbaan op en vertrok naar Amerika, het land van de eindeloze mogelijkheden.
*
Meneer K. ging naar Hollywood, na de soepreclame was de droom van beroemd worden in hem blijven sluimeren. Regelmatig hoorde je verhalen van mensen die zekerheden opgaven en de sprong waagden om het te gaan maken.
Hij huurde een appartement in Venice, op een steenworp afstand van het strand. Het was heerlijk weer, het hele jaar door. Al vlug had hij in de gaten op welke plekken de beroemdheden kwamen. Het leven leek wel een film, bekende acteurs, die hij in de Maassluisstraat op televisie had gezien, liepen hier zomaar rond in het wild.
Zelf leek hij ook wel een acteur. Hij was lang, slank en best wel gespierd. Z’n blonde haar en blauwe ogen vielen bij de vrouwen in de smaak, dat had hij wel in de gaten. Na enkele dates, waarbij hij voor het gemak maar zei dat hij in de filmindustrie werkzaam was, ontmoette hij een knappe Amerikaanse die bij een van de studio’s werkte.
*
In 1991 trouwde meneer K. met de knappe Amerikaanse. Z’n spaargeld was op, hij trok bij haar in. Volgens een Amerikaanse kennis volgde meneer K. in die periode acteerlessen.
Met hulp van z’n vrouw, die betrokken was bij de totstandkoming van scripts, hoopte hij gescout te worden door een of andere agent, net als destijds met de Unox-reclame. Ze liepen allerlei feestjes af, waarbij meneer K. zou hebben verteld over zijn acteerprestraties.
Omdat het tot niets leidde en de vrouw niet van plan was hem financieel te onderhouden, nam meneer K. noodgedwongen andere baantjes aan. Een tijdje werkte hij als chauffeur voor luxehotels. Soms vervoerde hij een beroemdheid en probeerde hij een gesprek te beginnen dat misschien ergens toe zou leiden.
Vervolgens ging hij bij Los Angeles Sightseeing als ‘tourguide’ aan de slag. In een busje vol toeristen reed hij langs vermaarde cinematografische locaties. Bij de Walk of Fame aan Hollywood Boulevard diste hij met een megafoon aan de lippen anekdotes op over de sterren die in het plaveisel zijn vereeuwigd.
*
Internet werd belangrijk, aan Santa Monica College volgde meneer K. met geleend geld een aantal prijzige cursussen. In nieuwe hoedanigheden (‘interactive designer’ en ‘photography technician’) bood hij zich bij de filmstudio’s aan.
Ditmaal hapten ze toe. In opdracht van Sony Pictures ontwikkelde hij samen met een aantal anderen een zogenoemde ‘presskit’, die bestond uit een cd-rom en digitaal promotiemateriaal, van onder meer de geflopte films Basic Instinct 2 en Zathura: A Space Adventure.
Een poosje verdiende hij aardig maar in 2006 werd zijn contract niet verlengd omdat zijn vaardigheden niet langer up to date zouden zijn. Meneer K. wond zich enorm op, om z’n kalmte te hervinden volgde hij een cursus anger management aan een esoterisch instituut waar ook dure meditatielessen werden aangeboden. Tevens nam hij een hond, tot ergernis van zijn vrouw, die het beest niet wilde uitlaten.
De spanningen binnen het huwelijk namen toe, in 2010 werd de scheiding uitgesproken. Meneer K. verhuisde naar een appartement elders in Los Angeles, dat niet veel goedkoper was.
Hij kon z’n rekeningen niet betalen. Schuldeisers, waaronder een acupuncturist en een hondenuitlaatservice, daagden hem voor het gerecht. Een bankroet werd uitgesproken, vrienden lieten hem vallen, de schande was compleet.
Als taxichauffeur probeerde hij een loontje bij elkaar te hosselen. Opnieuw bood hij zich als tourguide aan. De corona kwam, z’n inkomsten stokten volledig.
*
In 2022 keerde meneer K. berooid terug naar Nederland, 65 jaar oud. Hij slaagde erin een modern huurappartement in Amsterdam-Noord te bemachtigen, gelegen aan een zijtak van ’t IJ.
Van de Amerikaanse schuldeisers was hij verlost, maar het zou nog even duren voor hij z’n wao zou ontvangen. Tot die tijd moest hij het zien te rooien met een bijstandsuitkering, in een stad die nogal was veranderd sinds zijn vertrek.
Hij kende er niemand, de vader en de broer waren in 2001 en 2006 overleden. Als gevolg van een hartkwaal, net als de moeder.
Op Facebook maakte hij een openbaar profiel aan, waarin hij noteerde hoe hij als alleenstaande in Amsterdam zijn dagen sleet en wat hij vroeger in Hollywood zoal had beleefd.
Ook de Unox-reclame met de bruine bonensoep, waar hij nog steeds niet van hield, kwam een aantal keer ter sprake. Meestal reageerde niemand op de berichten en gaf hij zichzelf maar een like.
Op 11 juni 2022 brak hij zijn pols. Hij was gevallen met de tweedehands fiets die hij kocht om de stad opnieuw te leren kennen. Zo kwam hij in contact met de huisarts, een jongere vrouw die wel merkte dat hij om aanspraak verlegen zat.
Tijdens zijn uitstapjes nam hij een camera mee. Hij legde natuurgebied ’t Twiske bij zonsondergang vast, of zoomde in op een capucino die hij ergens consumeerde.
Soms plaatste hij oude foto’s van zichzelf, gemaakt in clubs in Hollywood, poserend met beroemdheden. ‘Het jasje dat ik daar draag heb ik nog steeds,’ noteerde hij bij een foto waarop hij z’n arm om de schouder van Rolling Stones-drummer Charlie Watts heeft geslagen.
Hij ontving een kortingskaart voor mensen met een laag inkomen. In het Concertgebouw luisterde hij naar een uitvoering van Dvoraks celloconcert. Op de Affordable Art Fair voerde hij een gesprek met een Duitse kunstenaar. De volgende dag was hij jarig, hij beschouwde de conversatie als een cadeau.
Bij mooi weer zat hij naast z’n voordeur op een stoel, hopend op een praatje met de buren. ’s Avonds keek hij naar een film en luisterde muziek. Als hij ergens enthousiast over was schreef hij er over op Facebook.
*
In juli liet de Amerikaanse kennis via Facebook weten dat ze naar Amsterdam zou komen. Met haar zus spraken ze af op een Amsterdams terras. Voor meneer K. was het een gebeurtenis van formaat, hij schreef er uitgebreid over en plaatste foto’s en een filmpje. Zijn dag was goed, even leek hij helemaal gewoon.
De Amerikaanse verkiezingen kwamen. Omdat hij in bezit was van een green card mocht hij stemmen. Vurig riep hij andere ‘overseas voters’ op om Kamala Harris te steunen.
Op woensdag 27 november gaf het KNMI code oranje af, een storm was in aantocht. Hij plaatste het bericht op Facebook en riep op tot voorzichtigheid. ‘Ik ga maar snel boodschappen doen,’ schreef hij.
Dit was het laatste teken van leven, niemand reageerde er op. Twee weken later, donderdag 12 december, werd meneer K. dood aangetroffen in de woning. Een buurman had de politie gebeld omdat er veel post bij de deur lag, gewoonlijk haalde hij dat direct weg.
*
Vrijdag 27 december, begraafplaats Sint Barbara. De jonge huisarts is gekomen. Ze vermoedt dat het hart van meneer K. het begaf, zoals dat zijn broer en ouders overkwam.
Een in Nederland woonachtige vriendin van de Amerikaanse kennis is ook aanwezig. In de kapel maakt ze wat foto’s van de kist. Ik lees het gedicht voor, dat ik zelf schreef, omdat de dichters van de Poule des Doods vanwege de feestdagen verhinderd waren.
Meneer K. hield van Miles Davis, ik laat Round Midnight voor hem draaien. Op Facebook schreef hij lyrisch over St. James Infirmary, in de uitvoering van The Hot Sardines, een Amerikaanse jazzband, dus dat nummer schalt eveneens door de kapel.
Joris van Casteren.
Indrukwekkend, zowel het leven als het gedicht
Veel dank!
Ieder leven is het waard om het nader te beschouwen en om zo beschreven te worden.
Bedankt voor hoe jij dat doet Joris.
Fijn om te horen, Roel.
In dit geval heeft de eenzame dode een geschiedenis waarop je als ‘eenzame-uitvaartdichter’ terug kunt vallen. Ik heb veel waardering voor alle dichters die zich de moeite getroosten om d.m.v een persoonlijk gedicht, een anonieme eenzame dode een waardige teraardebestelling te gunnen, met name pionier Bart F.M. Droog, en wijlen F. Starik en Menno Wigman. Alle lof!
Zeker, dank en hulde aan hen allen.
Ontroerend! Ieder mens wil van betekenis zijn voor zichzelf en de ander. Wat een worsteling om glans aan het leven te kunnen ervaren. Indrukwekkend ook hoe deze man onder allerlei omstandigheden zijn droom vasthield. Wat een wilskracht! Ik zag de film van zijn leven zo voor me. Ja ontroerend en dank je wel voor het gedicht en dit verslag!
Prachtig beschreven levensgeschiedenis!
❤️
Mooi beschreven, verlangens en realiteit naadloos verwoven.
Alleen jammer van die green card… dan mag je niet stemmen.
Klopt, wat de green card betreft. Allen in geval van citizenship mag je stemmen. Ik ben er niet achter gekomen of hij dat nu had of niet, ik denk zelf van niet. Maar hij suggereerde wel dat hij ging stemmen en riep ook andere ‘overseas voters’ op dat te doen, vandaar dat ik tot deze formulering kwam. Maar die kan beter dus ik ga er nog eens naar kijken. Dank voor de oplettendheid.