Eenzame uitvaart #262, gedicht

*

Je had een dak boven je hoofd
maar nergens was je thuis

Overdag lapte je andermans ramen
maakte je voor onbekenden
het uitkijken weer mogelijk

Overdag trok je langs de markten
liet je je betalen om dingen
te verplaatsen

Om ruimte in je hoofd te maken
om weg te blijven van de nachten

waarin de bamboezwepen
weer klapten.

Op het laatst kon je niet meer.
Er was een dochter die verdween
die werd opgenomen door de wanden.

Op het laatst was het genoeg
brak het zoveelste voorjaar aan
waarmee je niets meer kon

op het laatst liet je het los
hoefde je nooit meer te revalideren
van alle verliezen

Ellen Deckwitz