Eenzame Uitvaart nummer 2, Den Haag.
I.M. R.B. de L.
9 november 1936 Jakarta, † 23 oktober 2007 Den Haag
Begraafplaats Oud Eik en Duinen, maandag 29 oktober 2007, 10.45 uur
Dichter van dienst: Gilles Boeuf
Begraafplaats Oud Eik en Duinen is een park van 14 hectare, rommelig en romantisch en net wanneer ik zeg dat Louis Couperus hier begraven ligt bots ik bijna tegen de witte zuil op die zijn rustplaats markeert. Kees ’t Hart heeft vlak voor mij een eenzame dode uitgeleide mogen doen, zo kom ik hem tegen samen met de uitvaartbegeleider op het brede pad voor de aula. Het is een mistige ochtend in Den Haag, zacht en vochtig. We schudden elkaar de hand en de vriendelijke, correcte uitvaartbegeleider brengt ons naar de wachtruimte in de aula.
Terwijl hij twee ‘licht klassieke’ muziekstukken selecteert wisselen Kees ’t Hart en ik onze ervaringen uit. Binnen staan vier dragers, compleet met hoge hoeden en zwarte lange jassen. Normaal gesproken zijn zij niet aanwezig in de aula bij het ‘eerbetoon’, maar ze wilden graag eens meemaken hoe dat gaat met zo’n dichter. Ze zitten op een rijtje naast elkaar vooraan bij de kist. Na het eerste stukje muziek word ik gevraagd naar voren te komen.
De hele wereld
wit licht sluipt over het zand
sterker dan de ronde maanhet schrapen in een pan
’s nachts
op je 30 centimeter bed
in het eindeloze kampbeweegt de hele aarde zich
in een boog om je heen“terwijl de hele wereld zich tegen onze belangen heeft gekeerd”#
met de boot naar Nederland
sleuren de golven je meeverdwijn je in dat land
’s nachts
op je plastic matras
het eindeloze psychiatrische terrein“laat ons hele volk voortgaan”#
een doos met spullen blijft staan
bij stichting ereschulden
terwijl jij voortgaat
tussen stad en stad’s morgens vroeg met de trein
gaat de wagon voort zonder jou
aankomst op den haag centraal
om tien over tien
met een dode“het doet ons hart pijn, dag en nacht”#
De dragers hebben hun hoeden afgezet en een van hen kijkt mij bemoedigend aan tijdens het onwennig voordragen van het gedicht. Ik heb het in de voorgaande dagen geschreven en ben ondanks de summiere informatie gegrepen door de feiten die bekend zijn: als kind in een jappenkamp, opnames in psychiatrische inrichtingen, een zwervend leven. Wanneer je in den Haag woont is de kans groot dat je mensen kent die in een kamp hebben gezeten in Nederlands-Indie, of kinderen kent van ouders die hun leven lang geleden hebben onder de consequenties van die ervaring. De verhalen die je kent, de beelden die je bijblijven, ze maken de kiem die een levenspad hebben bepaald zeer voorstelbaar.
Buiten met rustige aanwijzingen van de uitvaartbegeleider wordt de kist naar het graf gedragen. Het is stil, de mannen lopen in pas, wij kijken er naar.
# fragmenten uit de radiorede van keizer Hirohito bij de capitulatie van Japan, 15 augustus 1945
© voor verslag en gedicht: Gilles Boeuf, donderdag 15 oktober.
NB: In het eerste verslag wordt de begraafplaats abusievelijk ‘Oud Eyk en Duynen’ genoemd. (F.S.)