Eenzame Uitvaart nummer 13, Den Haag
De heer C. W. A. V.
Geboren: 12-11-1946, Den Haag
Overleden: 27-4-2009, Den Haag
Den Haag, Begraafplaats Oud Eik en Duinen, dinsdag 5 mei 2009, 9 uur
Dichter van dienst: Gilles Boeuf
Het is Bevrijdingsdag. Op weg naar de begraafplaats aan de andere kant van de stad hangen de vlaggen uit. Grijze lucht. Frisse wind. Ik loop langs het bord waar de begrafenis op staat aangekondigd en denk aan de zus van de heer V. die ‘er niets mee te maken wilde hebben’. We lijken soms een soort hemellichamen met een eigen dampkring om ons heen en een straal van een jaar aan ons klevend. Zo probeer ik mij voor te stellen dat iemand uit je gezichtsveld kan raken, met of zonder dramatische gebeurtenissen uit het verleden.
In dit geval was mij niets bekend van de overledene. Een adres, de Dalerveenstraat en kijkend op de kaart kan ik mij er alles al bij voorstellen. Stil, naoorlogs Den Haag. Een beetje armoedig maar niet verloederd. Ik voel mij stil en spaarzaam worden, spaarzaam met woorden. De heer V. heeft bij KPN mobile gewerkt en is vervroegd met pensioen gegaan. KPN mobile, de ‘mobile’ toevoeging klinkt oneindig troostelozer dan de Dalerveenstraat. En meer is er niet bekend. Ja, dat zijn huis totaal vervuild was en dat er behalve een bank bijna niets in stond.
Ik rijd toch even naar de Dalerveenstraat, aan de andere kant van het Zuiderpark. Er is niemand op straat en ik lees alle naambordjes van de portiekflat. Ook zijn bordje. Een naam, hij heeft bestaan. Het appartement ziet er grauw uit en heel gewoon, de voordeur is vervuild. Mijn hond rent onstuimig in het rond op het grasveld achter de flat. Naast de betonnen vuilcontainers liggen de clichés van achteloosheid: een oud matras, een kapotte televisie.
De uitvaartleider komt op mij af. Hij draagt een jacquet en kan er niet over uit dat er werkelijk niemand komt. Tot op het laatste moment staan we buiten te wachten. Als het dan iets over negenen is gaat hij maar de dragers halen om in de aula plaats te nemen. De mooie dragers met hun hoeden in de hand die luisteren naar de verzamelnaam ‘heren’. De muziek die ik heb uitgezocht is het Kyrie en het Sanctus Benedictus uit het Requiem van Jean Gilles. Net als vorige keren knikken de dragers mij zachtjes toe wanneer ik mijn gedicht heb voorgedragen. Het ontroert mij, juist omdat we verder geen contact hebben en er niet met elkaar gesproken wordt.
Je leeft wijd uit je sterfelijkheid en verzamelt al het mogelijke om je heen. Of niet om wat voor reden dan ook. In mijn gedicht heb ik de gemeenschappelijkheid gezocht, niet de verbazing om een einde zonder bekenden rond de kist. We lopen naar het graf en nadat we een minuut stil zijn geweest zakt de kist de kelder in. Wanneer ik even later bij de uitgang sta zie ik één voor één de dragers in hun dagelijkse kleding vertrekken. De jongste met een bomberjack aan op de scooter. Met opgeheven hand groeten zij mij stuk voor stuk.
Verbeelding
ouders verbeelden een kind
het leven in over de kloofhet leven in, dat is werk
soms duurt dat zo langeen schoon huis, een bank,
de boodschappenéén langgerekte kloof
ik sta in de Dalerveenstraat
om het leven van een man
met een vies huis, het eeuwige werk,
een verre zus,
te verbeeldenik vergaap mij niet aan een kloof
zijn leven en het mijne,
ons leven
hangend
aan spinrag van verbeelding
in memoriam: C. W. A. V.
* 12-11-1946
† 27-4-2009
© voor gedicht en verslag: Gilles Boeuf