Eenzame uitvaart #1, gedicht

Eenzame uitvaart nummer 1, Amsterdam
I.M. N.N..
Begraafplaats St. Barbara, woensdag 20 november 2002, 09:30 uur
Dichter van dienst: F. Starik

N.N.

Dag man zonder naam, ik groet u, onderweg
naar ’t laatste land waar ieder welkom wordt geheten
waar niets van niemand hoeft te weten. Dag meneer,
zonder papier, zonder identiteit. Wat zocht u hier? Wat bent u
kwijt?

Wie staart nu door een leeg raam en wacht op u,
man zonder naam, wacht, terwijl ik praat,
mijn lege woorden zeg in een lege zaal.
Ik kom te laat. Ik heb u niet gekend.

Niet in uw zwakheid, niet in uw kracht.
Niet in het laatste land, daar, waar u naamloos welkom bent.
Ik weet niet welke taal u sprak.

Wie dan heeft u liefgehad? In welke kamers sliep u,
wie trok uw lakens strak, wie draagt uw hemden af?
Wie wil er in uw schoenen staan?
Wie zal dan uw weg inslaan?

Wie zoekt u nog? Wie weet nog waar u vandaan kwam?
Wie heeft uw stem gehoord, die u toen riep
naar uw laatste haven, Amsterdam.

F. Starik

Het verslag van deze uitvaart kunt u vinden in F. Starik, De eenzame uitvaart – Hoe dichters eenzame doden op hun laatste tocht vergezellen, uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam (2005). Dit is het eerste deel van een trilogie. Overige delen zijn: Een steek diep (2011) en Dichter van dienst (2019), verschenen bij dezelfde uitgeverij.