Eenzame uitvaart nummer 61
I.M. Sophia Agnes Koenen
Dichter van dienst: F. Starik
OVERDRACHT
Hoeveel aardappels je eet, kruimig, geprakt, met een kuiltje voor
de jus erin
uit hoeveel schalen je die schept, aan hoeveel tafels, in hoeveel
kamers vloerkleden
je verslijt, niemand ziet het, zolang je binnen blijft, niemand
uitnodigt.
Hoeveel kinderen je ook krijgt, als geen van hen ooit op de thee komt,
belt, vraagt, verdwijn je uit zicht, het oog, het hart. Vergeet ten slotte
dat je moeder was, grootmoeder misschien. Je wilt het niet eens
weten, zwijgt.
Contact wordt dat genoemd. Een zuster helpt je in je jas, als je naar
buiten gaat,
als je maar lopen kon, gewoon, over straat. Die laatste maand in
Slotervaart
zat je in je stoel, gordijnen dicht, tegen de lage zon. Verder
westwaarts.
Zat je daar. Vandaag word je dan opgeruimd.
Die laatste kamer is al leeggehaald. Er kwam een wagen van het
Leger langs
voor de spullen die nog bruikbaar zijn. De rekening is betaald.
Het verslag van deze uitvaart kunt u teruglezen in het boek Een steek diep
van F. Starik, Uitgeverij Nieuwe Amsterdam 2011.