GROOT IN JAPAN
Gisteravond nog zag je een film waarin iemand droomt
dat hij iemand moet vinden voordat de trein stopt.
Je moet hem vinden voor je wakker wordt.
Langs de lijn liggen zeventien stations.
Eén station passeert en dan loopt de wekker af. In de film
heb je ieder jaar dezelfde droom, en ieder jaar
doe je er één station langer over voor de wekker gaat.
Vandaag hoorde je de wekker op de laatste halte.
Je zult je lot ontmoeten als je voortaan wakker blijft
als je alle mensen in de ogen kijkt
tot je ziet wie het is die jij moet ontmoeten.
Zal het dat Japanse meisje zijn?
Als je van tevoren de gevolgen van je daden kende
zou je haar dan durven groeten? Als je het Japanse meisje
kust, als je wist wat er te gebeuren stond
zou je dan in staat zijn om de eerste stap te zetten?
Die eerste zoen? We leven in de leugen van het filmische
moment, staan lang stil bij die eerste kus
terwijl het eigenlijke leven in de doffe
opeenvolging van dwaze dagen rust, reden
dat geen enkele film ooit in real time wordt uitgezonden.
Heb ik je nu gevonden? Kapitein, jij en ik, we weten niet
of op dit laatste perron je uit die droom ontwaakt, of op de wektoon
van de bel bent ingeslapen. Of het hier eindigt, of dat het juist begon.
F. Starik
Dit gedicht schreef coörinator F. Starik voor de heer K.K., een man met de naam van een zeebonk.
Het verslag van deze uitvaart kunt u teruglezen in het boek Een steek diep
van F. Starik, Uitgeverij Nieuwe Amsterdam 2011.