Glück auf
Hoe kalm, N.N., wel was de dood
daar in de mijn, die bovengronds door
jou was opgedolven om vredig in te
blijven? Heb je Haar gezien, de helpster
in de nood der kompels? Barbara
gehoord? Gevoeld hoe Zij jouw handen
stuurde bij het bouwen aan bewaring
van je eenzaamheid?
Onder, boven, thuis en wereld, buiten,
binnen − alles steeds weer omgekeerd.
Vind het maar eens vreemd een ondergronds
refugium te willen bovengraven: de zon gaat
heden onder in het Oosten. Schuilplaatstijd.
Onbekende lotgenoot: Glück auf! Daal
maar eindelijk veilig op. Als Zij ergens
is voor jou, dan is dat ergens hier.
Atte Jongstra