I.M. De heer P. v. G.
Maandag 24 maart 2003, 14:30 uur, Noorderbegraafplaats
Dichter van dienst: Eva Gerlach
Gedicht voor de heer V. G. (19.1.1913 – ?) en voor het Bureau Uitvaarten van Gemeentewege
In dit gedicht had ik u uit ontbinding
willen wekken. Uit uw windsels u
loswikkelen, thuisbrengen, laten lopen
(‘kom uit, meneer Van Golden!’), maar ik maak
geen schijn van kans. Alleman mocht van u
verrotten, u incluis. Onaangeraakt
verhaalloos dood in een betonnen pand.
Als ik van u iets wist, iets anders dan uw
geboortedatum en dat u daar zo
lag, een jaar of anderhalf, ‘nog nooit
zo lang de Dienst bestaat, lag iemand zo
lang’: maar uw la blijft op slot. Ik kan
u wel verzinnen, hoe u rondhing daar
met krant, tv, stof en verveling tot,
maar zingen zoals R. deed vroeger, ‘Dood
geef terug wat je van ons hebt afgepakt,’
(zo kwam van wandelende tak tot groot
vader iedereen terecht. Elk met zijn
naam en eigenaardigheden weggelegd
in grond, in vuur en in haar liedje) – wie
doet dat voor u, ik niet, ik ken u niet.
Het verslag van deze uitvaart kunt u vinden in F. Starik, De eenzame uitvaart – Hoe dichters eenzame doden op hun laatste tocht vergezellen, uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam (2005). Dit is het eerste deel van een trilogie. Overige delen zijn: Een steek diep (2011) en Dichter van dienst (2019), verschenen bij dezelfde uitgeverij.