Voor NN (R.B.),
een man die zelf zijn kleren maakte
Daar zat u, in uw eenpersoons kasteel,
uw bolwerk in de buitenwijk, uw donker fort
met landbouwplastic voor de ramen.
Een vrouw die in uw woning kwam,
zij heeft uw benen nog omzwachteld
en laatste woorden aangehoord
over de grote liefde in dit huis:
jasjes van patchwork, met pailletten.
Er woonde boosheid in uw straat
die op een dag door muren heen zou breken,
dat wist u zeker, en dan zat u klaar
in glinsterende jasjes, dichtgeknoopt en mooi:
uw harnas in uw eenpersoons kasteel
met landbouwplastic voor de ramen.
Geen kruimel viel er uit de muur,
geen vuist brak door een ruit naar binnen.
Uw stoffen harnas hing nog om u heen.
Jos Versteegen